donderdag 20 september 2012

HIV+



Een gezond mens heeft duizenden wensen, een ziek mens maar één..

 





Elke dag krijgen drie mensen te horen dat ze seropositief zijn, in ons land lopen er 13.000 mensen rond met het virus en volgens een onderzoek is 1 op 11 homoseksuelen besmet met het HIV-virus. Hoewel de curve van het aantal aidsdoden een neerwaartse knik vertoont, sterven er in heel de wereld dagelijks nog altijd vijfduizend mensen aan aids. Ook in onze westerse wereld.

Toch kent haast niemand een persoon die er voor uitkomt… In HIV+ wordt het taboe doorbroken.
Voor ik het boek las, was ik er van op de hoogte dat je het virus kon overdragen door onveilige seks en besmette naalden, maar voor de rest had ik er geen idee van. Op internet lees je dat je het kan oplopen door: onbeschermd seksueel contact, moeder-op-kindtransmissie en bloed-op-bloedcontact. Daar weet je natuurlijk nog niet heel veel mee. Want hoe groot is die kans? En kan je ook besmet worden via orale seks of wanneer je een wondje hebt?
Waar ik zeker en vast een antwoord op wil is: ‘Kunnen deze mensen een gezond kind op de wereld zetten?’. Daarnaast ben ik benieuwd hoe deze mensen leven. Genieten ze des te meer van elke dag? Zijn ze bang om dood te gaan? Of zijn ze er gerust op omdat er de dag van vandaag aidsremmers e.d. bestaan? Je komt er bijna nooit mee in contact, dus zulke dingen kan je je moeilijk voorstellen.


Waarom?

Ik heb bewust gekozen voor een boek met getuigenissen uit ons land. Leerlingen weten vaak wel dat aids een groot probleem is in derdewereldlanden, maar dat is een ver-van-hun-bed-show. Als we het over België hebben staat dat veel dichter bij hun en heeft het volgens mij meer effect.


Het programma



HIV+ is een boek dat tot stand kwam door Cis Van Peer na het gelijknamig TV-programma op één. Daar hebben vijf seropositieven: Thierry, Helen, Frankie, Liesbeth en Kenny het aangedurfd om hun verhaal te vertellen. Cis Van Peers bundelde hun verhalen samen, naast nog acht andere verhalen van personen die liever anoniem blijven. Samen hebben ze één doel:  zich bloot geven om hiv bespreekbaar te maken!
Als mensen er nooit mee naar buiten komen, gaan de anderen er nooit aan wennen, wat anderen er dan weer van weerhoudt om het te vertellen. Het is een vicieuze cirkel, want onbekend is onbemind. Daarom is het belangrijk dat iedereen deze informatie verspreid.  Als meer mensen erover weten, zullen ze sneller veilig vrijen en gaan er ook minder mensen besmet worden.

Het programma werd gepresenteerd door Kobe Ilsen, een Vlaamse televisiepresentator die onder meer ‘Doodgraag leven’ presenteerde, waarbij hij vijf mensen volgde die leden aan fatale kanker. Voor HIV+ volgde hij een jaar lang mensen die seropositief zijn. Zijn doel was dat mensen meer begrip zouden tonen en vooral een condoom zouden gebruiken. Hij vindt het pure klasse dat deze mensen in de moeilijke omstandigheden blijven functioneren.

Wil je naast het boek graag de afleveringen van HIV+ bekijken? Dat kan zeker! Ze staan allemaal op de site van één: http://www.een.be/programmas/hiv+ . Je kan daar ook zien welke reacties de personen kregen nadat het programma op tv verscheen.

Wat is HIV?


Ontstaan



In de zomer van 1981 had iedereen het over een mysterieuze nieuwe ziekte bij homoseksuelen. Er werd zelfs gesproken over ‘homokanker’. In het begin kwam deze ziekte enkel voor in Amerika, maar al snel vloog ze over naar steden als Parijs en Amsterdam.
Pas een jaar later wist men dat het ging over een verstoring van het immuunsysteem, waardoor allerlei infecties vrij spel kregen. De naam AIDS was geboren. Gaandeweg werd er meer informatie beschikbaar en konden de preventies van start gaan.
30 jaar gelden was de ziekte een doodvonnis. Je had hooguit nog een paar jaar te leven. Men wist niet hoe je het kreeg en dus al zeker niet hoe men het moest behandelen. Vandaag is dat helemaal anders. Veel mensen die aan HIV lijden, hebben een normale levensverwachting en het is nu duidelijk dat niet enkel homoseksuelen het virus kunnen oplopen en overdragen. Zelfs wie vandaag reeds bij de diagnose in het aidsstadium verkeert, kan nog voldoende herstellen en een relatief normaal leven leiden.

Wat doet het met je lichaam?



HIV betekent letterlijk: Human Immunificiency Virus. Dat ‘Human’ is eigenlijk heel ironisch, want iets menselijks is er niet aan. Toch is er nog iets ironischer in dit verhaal: HIV lopen de meesten op door één van de mooiste dingen die er bestaan: vrijen.

Eens je het virus in je lijf hebt, geraak je er niet meer van af. Je kan het enkel onderdrukken door medicatie. Doe je dat niet, dan schakelt het  virus je immuunsysteem helemaal uit. Je lichaam zal niet meer kunnen vechten tegen allerhande ziektes en je bent ten dode opgeschreven.

HIV of aids?


Vaak worden HIV en AIDS door elkaar gebruikt, maar er is wel degelijk een verschil. Het verschil is dat AIDS veroorzaakt wordt door het HIV-virus. Wanneer je besmet wordt met het HIV-virus zal je lichaam antistoffen aanmaken en die vindt men in je bloed bij een HIV-test. Om die reden noemen we het ook wel ‘HIV-positief’.  Sommigen merken daar niets van, anderen hebben last van een grieperig gevoel. In tegenstelling tot andere virussen kan ons afweersysteem er niet tegen winnen.

Zonder medicatie ga je na verloop van tijd allerlei klachten ontwikkelen: van eczeem tot chronische diarree. In de laatste fase zit je in het aidsstadium. Een kleine verkoudheid kan op dat moment je leven kosten.


CD4-cellen en virale lading


In het boek gaat  het vaak over CD4-cellen en virale lading. Daarom vat ik kort samen wat ze te maken hebben met HIV. 

De mens heeft twee soorten afweersystemen. Het aangeboren en het verworven systeem. Binnen dat laatste gebeurt de vorming van antistoffen tegen indringers (virussen, bacteriën,..). De CD4-cel is de belangrijkste in dat systeem. Ze detecteert indringers en verwittigt de wittebloedcellen. Samen vallen ze de indringers aan. Terwijl CD4-cellen andere virussen kunnen verslaan, heeft het HIV-virus ze nodig om te overleven. Doordat het deze cellen aanvalt, verzwakt het afweersysteem van HIV-patiënten. Daarom is het dus slecht als de CD4-cellen laag staan. Een gezond persoon heeft er 500 tot 1000 per ml bloed. Belandt iemand onder de 200, dan zegt men dat deze persoon in het aidsstadium verkeert. Vanaf je CD4-cellen onder de 500 per ml bloed zitten, begint het afweersysteem te haperen. Door medicatie is het goed mogelijk dat een HIV-positief persoon toch tussen de 500 en 1000 CD4-cellen zit.
Dan is er ook nog het begrip ‘virale lading’. Je kan het zien als een soort maatstaf voor hoeveel HIV er in je bloed zit. Samen met de CD4-cellen vormt de virale lading de belangrijkste parameter om de besmetting van HIV op te volgen. Net zoals een persoon met HIV evenveel CD4-cellen in zijn bloed kan hebben als een gezond persoon, kan de virale lading ondetecteerbaar zijn. De kans op verdere besmetting wordt dan erg klein. Toch mogen we niet vergeten dat die kans altijd blijft bestaan. Het wil niet zeggen omdat het ondetecteerbaar is, dat het er niet meer is. Het hangt van de virale lading af wanneer een persoon met medicatie moet starten.

Leven met HIV  







"Sinds 1996 is de medicatie erg hard veranderd, maar de mentaliteit nog niet."


Waar ik het meeste van geschrokken ben is de onwetendheid. Je denkt dat je veel weet, maar eigenlijk weet je helemaal niets. Die informatie wil ik heel graag met jullie delen, want vaak worden de dragers van het virus gediscrimineerd op basis van onwetendheid. En mensen die ziek zijn hebben daar zelf niet om gevraagd. Het mag dus nooit een reden zijn om hen in een hokje te duwen!


Geheim, confrontatie en angst.

Uit het boek blijkt dat niet zozeer het leven met HIV moeilijk is, maar het leven met een geheim. Velen vertellen het niet uit schrik voor afwijzing.
Daarnaast hoef je jezelf niet eens ziek te voelen, je wordt constant geconfronteerd met je ziekte. Dit omdat je bijvoorbeeld vastzit aan medicatie of omdat mensen opmerken dat je vermagerd bent. Ook de angst anderen te besmetten blijft steeds in je achterhoofd.
Hoewel dokters beweren dat de levensverwachting dezelfde is als bij een gezond persoon, heerst er nog altijd een grote angst. Er zijn nog maar weinig mensen boven de vijftig die HIV-positief zijn. Eens je ouder wordt, krijgen veel mensen ouderdomskwaaltjes en niemand weet wat dat met zich zal meebrengen. Daarnaast heeft je lichaam heel wat chemische substanties moeten verwerken en niemand weet wat dat op termijn met het lichaam zal doen.

Familie en vrienden
"De afwijzing van een vriend raakt je veel harder dan de kille reactie van de maatschappij."

De reactie van naasten is zeer uiteenlopend. Sommige familieleden en vrienden reageren erg warm, terwijl andere ouders niets meer van hun eigen kinderen willen weten. Onvoorwaardelijke steun is niet altijd van toepassing, hoewel je dat toch zou verwachten. Daarom hebben seropositieven het vaak erg moeilijk om anderen in te lichten.
En dan heerst er nog de vraag of je het vertelt aan je kinderen. Ook al reageren zij misschien warm, ze kunnen slachtoffers worden van pestgedrag door klasgenootjes. Of je het al dan niet verteld, heeft natuurlijk ook te maken met de leeftijd van de kinderen. Het kind moet een leeftijd hebben waarop het de link kan leggen met HIV en seks.





"Als je vertelt dat je HIV-positief bent, willen mensen altijd weten hoe je besmet bent. Ze denken al snel dat je een prostituee bent of elke week een andere partner hebt. Niets is natuurlijk minder waar, want je hoeft maar één keer onbeschermd seksueel contact te hebben om besmet te raken. Zo denken de mensen niet. Je krijgt meteen een etiket opgeplakt."
Ook al zijn ze ervan overtuigd dat hun naasten in de positieve zin zullen reageren, toch aarzelen de meesten nog omdat ze hen geen verdriet willen doen. Als ouders horen dat hun kind een chronische ziekte heeft, is dat zeker niet makkelijk te verwerken. Vele ouders denken nog steeds dat hun kind voor hen zal sterven en dat is een ondraaglijke gedachte.

Vertellen of niet?

Eerst en vooral is het belangrijk dat men niet enkel nadenkt aan wie  men het wil vertellen, maar ook waarom deze personen het moeten weten. Wat zal het betekenen voor de onderlinge relatie? Want eens bekend, kan je niet meer terug.

Als je hebt beslist dat je het gaat vertellen, kunnen onderstaande tips helpen:
  • Begin met de mensen die je het meest vertrouwd;
  • Vind een geschikt moment;
  • Gun de andere de tijd om het te verwerken, dat heb jij ook moeten doen;
  • Bereid in grote lijnen voor wat je wil zeggen, zo vermijd je dat je rond de pot gaat draaien;
  • Stel de andere gerust, hij of zij beschikt misschien niet over de informatie die je zelf kent;
  • Toon begrip voor hun reactie, vaak worden die na de schok bijgesteld;
  • Als je na deze tips toch nog niet durft bestaat er de mogelijkheid om te praten met lotgenoten. Je komt hiermee in contact door Sensoa.

Ten slotte is het belangrijk om te weten dat niemand verplicht is om ook maar iemand te vertellen dat hij HIV-positief is.

Cijfers


Enkele cijfergegevens van de Universiteit van Maastricht:

  • Eén op drie HIV-patiënten houdt de besmetting geheim voor familie en vrienden;
  • 34% van seropositieven die het wel vertellen ervaren dat familie en vrienden afstand nemen;
  • 40% krijgt ze horen van familie en vrienden dat ze hun status aan zichzelf te danken hebben;
  • Eén op drie voelt zich buitengesloten van sociale activiteiten en merkt dat hun omgeving overdreven maatregelen neemt uit angst voor besmetting;
  • Van de ondervraagden krijgt 54 procent van familie en vrienden te horen dat ze er beter niet over praten.


Relaties

 


"Er is geen ruimte voor fouten wanneer je seks hebt. Bij iets wat spontaan zou moeten komen, ga je ineens nadenken."


Als je HIV hebt en in een nieuwe relatie stapt, moet je keuzes maken.  De grootste vraag wanneer je als HIV-patiënt een relatie wil aangaan is: Wanneer vertel ik het aan mijn partner? Wanneer je het te vlug aankaart, bestaat de kans dat ze nog niet aan je gehecht zijn en afhaken. Wacht je dan weer te lang, dan kunnen er vele verwijten naar je hoofd geslingerd worden. Wie het op het ‘juiste’ moment vertelt, blijft geconfronteerd met de angst voor besmetting.
Je hebt verschillende opties op seksueel vlak. Als je virale lading erg laag ligt, is de kans op besmetting dat ook. Je moet dan samen uitmaken of je altijd veilige seks wilt of niet. Bij anaal contact of seks tijdens de menstruatie is de kans op besmetting groter. Zelfs wanneer er altijd een condoom wordt gebruikt, schuilt er nog steeds argwaan bij de andere partner. Op die manier is het onmogelijk om ontspannen te vrijen en vaak lopen deze relaties slecht af.  Voor anderen is het steeds gebruiken van een condoom al een struikelblok, omdat ze de seks dan niet zo intens vinden.
Sommige mensen denken eraan een relatie te beginnen met iemand die net als zij seropositief zijn.

"In het begin lijkt dat een goed idee, maar later besefte ik dat we enkel dat gemeen hadden. Op basis daarvan kan een relatie niet slagen."
.
 

Daarnaast bestaat de kans op herinfectie wanneer je reeds Hiv-positief bent, daarvan zijn velen niet op de hoogte.
Onveilige seks en het verzwijgen van de positieve status waren in het verleden al vaker een aanleiding om mensen met HIV aan te klagen voor het toebrengen van slagen en verwondingen. In ons land kwam dat nog maar één maal tot een veroordeling. Dit kan enkel in extreme gevallen waarbij HIV duidelijk gebruikt wordt als een soort wapen met de bedoeling schade aan te brengen. Wanneer er geen terughoudendheid is tegen HIV gerelateerde kwesties kan dat grote gevolgen hebben. Uit vrees zullen seropositieven hun status niet meer bekend maken en zouden er veel meer mensen besmet worden met het virus.



"Daarbij moet men altijd in het achterhoofd houden dat seks gedeelde verantwoordelijkheid inhoudt. Men kiest er beiden voor als men onveilige seks heeft!"

Tips voor veilig vrijen
  • Gebruik altijd een condoom met CE-label wanneer je vaginaal of anaal contact hebt;
  • Let op de houdbaarheidsdatum;
  • Het gebruik van glijmiddel maakt de kans op scheuren van een condoom kleiner. Let er wel op dat je een glijmiddel op basis van water en silicone gebruikt, olie tast het rubber aan;
  • Geslachtsgemeenschap zonder condoom kan wanneer je virale lading erg laag is en je geen andere complicaties hebt, maar artsen raden het niet aan. Er bestaat nog altijd de kans een andere soa op te lopen en de kans op besmetting van HIV blijft, hoe klein die ook is;
  • Vermijd het inslikken van sperma en let op wondjes in je mond;
  • Beffen tijdens de menstruatie houdt veel meer risico in, maar er zijn mogelijkheden om geen rechtstreeks contact te hebben. Zo bestaat er bijvoorbeeld het beflapje;
  • Controleer jezelf steeds op wondjes.

Werk


Er heerst schaamte en er zijn altijd beschuldigende vingers. Daarnaast is er de angst voor afwijzing , onuitgesproken veroordeling en sociale uitstoting. Discriminatie op het werk kan meedogenloos zijn. Je moet sterk in je schoenen staan wil je dit alles trotseren. Daarom laten velen het van hun werk zelf afhangen of ze het vertellen of niet.
Ten eerste heeft het te maken met het soort werk. Als het werk risicofactoren inhoudt qua besmetting, denk maar aan beroepen zoals arts, verpleger of tatoeëerder,  kan je de baas best inlichten. Daarnaast kan het ook te maken hebben met hoe de sfeer op het werk zit. Heeft men te maken met warme mensen die verdraagzaam zijn, dat is het vaak makkelijker om deze personen in te lichten.

Wanneer seropositieve personen gaan solliciteren moeten ze op hun hoede zijn. Het kan bijvoorbeeld voorvallen dat er een stuk uit hun cv ontbreekt door ziekte. Hiervoor moeten ze een verklaring proberen te vinden wanneer ze hun geheim niet willen toelichten.





"Ook op het werk is het nooit verplicht anderen in te lichten over je status."

Universele verklaring voor de rechten van de mens over discriminatie

Hoewel het vaak gebeurt, ontslag of het niet aannemen om wille van HIV is niet wettelijk. Uit een Nederlandse studie blijkt dat acht op tien werkgevers vindt dat sollicitanten hun status moeten melden. Tegelijk bekent bijna de helft dat ze hen liever niet zouden aannemen! De universele verklaring voor de recht van de mens en onze grondwet gaat daartegen in. Zij zeggen dat iedereen recht heeft op arbeid, vrije keuze van zijn arbeid, op billijke en bevredigende arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid.

Het recht op arbeid staat sinds 1994 ook in de Belgische grondwet. Mensen hebben recht op werk, sociale bescherming, behoorlijke huisvesting, een gezond leefmilieu, en culturele en maatschappelijke ontplooiing. Wie verstoken blijft van deze basisrechten is maatschappelijk kwetsbaar. Voor hem of haar dreigt sociale uitsluiting. Werk is dus een basisrecht, een manier om geld te verdienen en om in je primaire levensbehoeften te voorzien. Je wordt financieel onafhankelijk en verwerft maatschappelijk aanzien. Wie zonder werk zit, ziet zijn mogelijkheden binnen de maatschappij er op achteruit gaan. We zien dit vaak bij mensen met chronische ziekten zoals HIV. Ten eerste is er de angst voor besmetting. Daarnaast denkt men dat deze mensen vaak afwezig zullen zijn door ziekte en extra kosten met zich meebrengen. Niets is minder waar. Mensen met HIV kunnen net zo lang  en hard werken als anderen! In de meeste beroepen is er ook geen sprake van besmettingsgevaar.
Wanneer ze toch te maken krijgt met discriminatie op het werk om wille van hun status, kunnen ze dat aangeven bij het meldpunt discriminatie van Sensoa. Discriminatie vindt plaats wanneer men iemand anders behandelt dan een andere persoon omwille van de ziekte.


Medicatie

Mensen met een positieve status worden daar constant aan herinnerd door de grote hoeveelheid aan medicatie. Het is een sleur waarbij men ook nog eens extra aandacht moet schenken aan lichaamshygiëne, zodat infecties geen kans krijgen. 
De medicatie dient op vaste tijdstippen ingenomen te worden. Daardoor bestaat de kans dat patiënten geconfronteerd worden met argwanende vrienden of familieleden. Ze moeten ook steeds extra pillen meenemen als ze het huis verlaten. Het kan bijvoorbeeld altijd gebeuren dat ze onverwachts in de file staan of ergens blijven slapen. Als ze op reis gaan naar een andere tijdzone, zou het kunnen dat ze in het midden van de nacht moeten opstaan om je pillen te nemen. Toch kunnen HIV-patiënten  niet anders, want wanneer ze hun medicatie niet accuraat innemen, bestaat een veel grotere kans dat ze resistent worden. Tegenwoordig worden er ‘cocktails’ gegeven,  dat wil zeggen een mix van verschillende pillen, op die manier is die kans van resistentie onwaarschijnlijk. Toch is het belangrijk om de medicatie op vaste tijdstippen te nemen voor de eigen gezondheid.
Aan al die medicatie hangt natuurlijk ook een fors prijskaartje. Aidsremmers kosten normaal twaalfduizend euro per jaar. Gelukkig wordt hier een heel deel van terugbetaald door onze Belgische verzorgingsstaat. Je moet enkel het remgeld betalen. Daarbij komen de kosten voor de medicatie voor andere kwaaltjes en infecties waar HIV-patiënten meer last van hebben dan een gezond persoon. Vandaar dat het zo moeilijk is voor mensen in de derde wereld om aan medicatie te geraken, ze kunnen het gewoonweg niet betalen. Kijk maar eens wat Frankie allemaal koopt voor twee maanden in onderstaand filmpje uit de reeks HIV+ op één.








"Naast medicatie om de toestand stabiel te houden, bestaat er de PEP-therapie. Dit was ook iets nieuws voor mij. Wanneer je denkt dat je een risico hebt gelopen, kan je deze therapie volgen en wordt de kans op effectieve besmetting sterk verminderd.  Je begint er best zo snel mogelijk aan, want HIV nestelt zich reeds na 72u in je lichaam."


Kwaaltjes waarmee deze mensen vaak te maken krijgen




"Het is vaak niet door HIV dat ik me ziek voel, maar wel door bijwerkingen van de medicatie, een wrede paradox."


Hieronder enkele van die kwaaltjes:
  • Griepgevoel;
  • Jeukende blaasjes;
  • Infecties;
  • Diarree;
  • Hoofdpijn;
  • Spierpijn;
  • Moeheid;
  • Keelpijn;
  • Geen eetlust;
  • Buikpijn;
  • Vetverplaatsing;
  • 30% krijgt te maken met kwalen van tintelingen tot zelfs verlies van gevoel in voeten, armen,… Dit kan leiden tot ernstige pijn en uiteindelijk zelfs invaliditeit.



"Doordat we de dag van vandaag veel verder staan met medicijnen en HIV niet langer een doodvonnis is, loert er ook het gevaar van onderschatting. Het lijkt alsof alles perfect beheersbaar is. Voor sommigen is dat zo, maar je mag mensen niet aanzetten om alle voorzorgen overboord te gooien en zich nooit te laten testen."



Als je ook nog eens een andere ziekte krijgt naast HIV, is het veel minder beheersbaar. Naast HIV moeten sommige mensen bijvoorbeeld leven met tuberculose of hepatitis C. Zo een combinatie vormt een loodzware bedreiging. Voorzichtig zijn blijft dus de boodschap!


Besmetting





"Andere mensen besmetten... Het is een ongerustheid die ik altijd in mijn achterhoofd heb en op de meest ongelegen momenten naar boven komt."


Wanneer de virale lading ondetecteerbaar is in je bloed is de kans miniem dat je nog iemand besmet, maar de kans bestaat wel altijd.
Het is niet uitzonderlijk dat mensen door hun tandarts worden weggestuurd wanneer blijkt dat ze HIV hebben. Toen ikzelf hoorde dat er iemand met HIV aan Big Brother zou deelnemen reageerde ik net als de meesten ook sceptisch. Die deelnemer was Kenny en hij doet ook zijn verhaal in HIV+. Toen ik hem brood zag bakken tijdens het programma dacht ik dat hij mensen kon besmetten op die manier. Eigenlijk wist ik niets over het virus, terwijl ik dacht van wel voor ik het boek las.

Fabeltjes: Hierdoor wordt het virus NIET  doorgegeven!
  • Hand geven;
  • Tongzoenen;
  • Knuffelen;
  • Mond-op-mondbeademing;
  • Langdurig huidcontact;
  • Drinken uit hetzelfde glas;
  • Zwemmen in hetzelfde water;
  • Muggenbeten;
  • Dezelfde wc-bril gebruiken;
  • Samen in de sauna zitten.

Hierdoor wordt het virus WEL doorgegeven!
  • Bloed;
  • Vaginaal vocht;
  • Voorvocht uit de penis;
  • Sperma;
  • Moedermelk.
Tip 

Wanneer je een les geeft over HIV kan je de fabeltjes en echte redenen van besmetting door elkaar te gooien. Je laat de leerlingen er uithalen waardoor je echt besmet kan worden. Op die manier kan je hen wijzen op hun onwetendheid.


Zijn er ook voordelen?


"Kan een chronische ziekte mensen lichamelijk en geestelijk gezonder maken?"

Zoals Johan Cruijff het zou zeggen: ‘Elk voordeel heeft zijn nadeel.’ Je zou het niet verwachten, maar ook bij HIV is dat zo. Dat zal voor jullie  erg raar klinken, dus zet ik enkele voordelen op een rij. Ze zullen niet voor alle patiënten gelden, maar ik denk dat iedereen zich wel in één van de voordelen zal vinden.

  1. Uit studies is gebleken dat een normale trainingsopbouw een gunstig effect heeft op de evolutie van HIV. Velen gaan beter letten op hun gezondheid. Ze stoppen bijvoorbeeld met roken en gaan weer sporten. Dit zou een zeer gunstig effect hebben op hun status. Op die manier versterken ze hun immuunsysteem en kan hun lichaam het virus beter onderdrukken. Ook zware fysieke prestaties kunnen perfect wanneer er een goede training aan vooraf gaat, maar dat is ook zo bij seronegatieve personen. Zelfs topsport is geen probleem. In 1994 outte basketbalspeler Magic Johnson zich en brak daarmee een wereldgroot taboe.
  2. Vaak aanvaarden deze mensen anderen sneller. Ze proberen zich in anderen te verplaatsen en zullen minder snel oordelen. Dat is logisch, want zelf maken ze dat alle dagen mee en ze wensen het niemand anders toe.
  3. Een keiharde diagnose, het besef dat het leven kort is, brengt mensen dichterbij. Zo was de familie van Kenny al lang uit elkaar gevallen, maar door het vernemen van zijn besmetting groeiden ze weer naar elkaar toe
  4. HIV hoeft geen rem op een leven te betekenen. Deze mensen zijn er vaak scherper van bewust wat ze nog moeten en graag willen doen. Ze leven meer in het heden. Als je zoveel verdriet hebt meegemaakt, kan je de uren van geluk beter waarderen. Wat wij vaak beseffen wanneer we naar een begrafenis moeten of een langdurig afscheid, beseffen mensen met HIV elke dag. Ze behouden het inzicht dat ze bewuster moeten leven. Ook vrienden worden bewuster gekozen, want ze moeten er altijd op kunnen vertrouwen.
  5. In het boek wordt ook de besmetting besproken van Annemie. Haar relatie zat niet goed meer en Annemie ging vreemd, waarna ze merkte dat die persoon haar besmet had. Door dit alles zijn zij en haar partner weer dichter naar elkaar toe gegroeid.

Van HIV naar AIDS en terug?!



Dit was iets dat ik helemaal niet wist. Ik dacht dat eens je in het aidsstadium was, je doodvonnis getekend was. Dit blijkt niet altijd zijn. Met medicatie kan je er in slagen je CD4-cellen weer boven de 200 per ml bloed te krijgen en daarmee ben je weer uit het aidsstaduim!

Kinderwens


Nieuwe medische ontwikkelingen hebben seropositieven met een kinderwens weer hoop gegeven. Wanneer de man seropositief is, bestaat er een techniek waarbij het sperma gewassen wordt. Op die manier lopen de vrouw of het kind geen risico op besmetting. Men gaat de kwaliteit van het sperma controleren  en daarna zal men het met een speciale techniek wassen. Daarna kan men de vrouw bevruchten via kunstmatige inseminatie.

Wanneer de vrouw seropositief is, kan de overdracht van moeder op kind tot een minimum worden beperkt: bijvoorbeeld door geen borstvoeding te geven. Ook tijdens de zwangerschap kan dit tot een minimum beperkt worden wanneer de medicatie goed wordt opgevolgd. Het kind zal na de geboorte ook tijdelijk die medicatie toegediend krijgen en kan best ter wereld komen via een keizersnede. Als men hiermee rekening houdt zou het risico dalen tot 1 à 5 procent.


Pas na de geboorte kan men nagaan of het kind effectief besmet is of niet.Na de bevalling moet je natuurlijk blijven uitkijken, want de kans dat je je kind besmet blijft natuurlijk. Daarbij komt kijken dat mensen die besmet zijn met HIV het zo al niet makkelijk hebben. Ze moeten overwegen of een kind de lichamelijke conditie tijdens en na de zwangerschap niet zal beïnvloeden. 

Het gevaar voor jongeren


Jongeren weten vaak veel te weinig over deze aandoening. Ze denken dat het enkel in Afrika of bij homoseksuelen voorkomt en dat zij we gespaard zullen blijven.

Het gevaar zit er ook in het feit dat je meestal niet voelt dat je ziek bent. Vele jongeren doen dan ook alsof hun neus bloed en laten zichzelf nooit testen. Op die manier kunnen ze makkelijk anderen besmetten.




"Het merendeel van de infecties gebeurt doordat mensen niet weten dat ze besmet zijn!"

De test

Vele mensen weten gewoonweg niet dat ze besmet zijn en geven het op die manier door aan hun partner. Een HIV-test is nochtans simpel. Je moet enkel bloed laten trekken en daarin onderzoekt men of er antistoffen aanwezig zijn. Deze test kan je vragen aan je huisarts en wordt terugbetaald, je betaald enkel het remgeld van €2,5.

Je moet er wel rekening mee houden dat er een ‘blinde periode’ is. Dat wil zeggen dat de infectie niet meteen te merken is in je bloed. Het duurt ongeveer zes tot acht weken.

Het resultaat van de test laat ongeveer een week op zich wachten en een test kan enkel afgenomen worden wanneer je zelf toestemming geeft.

Voor een anonieme en gratis HIV-test kan je terecht in Antwerpen (helpcenter ITG) of Brussel (Sint-Pietersziekenhuis).



HIV in de actualiteit



Groen licht voor pil die hiv kan afremmen
In de VS heeft een adviesraad het licht op groen gezet voor een medicijn dat hiv-besmetting kan voorkomen bij mensen die niet besmet zijn. Maar sommige experts zijn ook gekant tegen zo'n preventieve pil.
Het gaat om Truvada. Dat medicijn wordt nu al -in combinatie met andere middelen- voorgeschreven aan mensen die besmet zijn met hiv, het virus dat aids veroorzaakt.
Maar nu heeft een panel van specialisten het licht op groen gezet om de pil ook voor te schrijven aan mensen die niet besmet zijn. Studies bij risicogroepen, zoals homoseksuele mannen, hebben uitgewezen dat Truvada het risico op hiv-besmetting doet afnemen met 44 tot 73 procent.
Het Antiviral Drugs Advisory Committee adviseert de Food and Drug Administration (FDA) in de VS. De FDA moet het preventieve gebruik nog goedkeuren, maar de FDA volgt het adviesorgaan bijna altijd.
Truvada mag voortaan dus wellicht ook voorgeschreven worden aan enkele risicogroepen: mensen van wie de partners hiv-positief is, mannen die seks hebben met verschillende partners en mensen die om andere redenen een hoger risico lopen.
Toch zijn er specialisten die tegen het preventieve gebruik zijn. Zij vinden dat Truvada een vals gevoel van veiligheid geeft en vrezen voor meer risicovol gedrag. Ook vrezen de tegenstanders dat er een resistente hiv-vorm zal ontstaan. Daarenboven is Truvada duur en kan het fondsen weghalen voor de zoektocht naar andere hiv-medicijnen.

Bron:http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/1.1298237
Doorbraak in HIV-onderzoek
Bekijk het filmpje op:

Man genezen van HIV

Wereldaidsdag

Op 1 december 'vieren' we Wereldaidsdag. Deze dag is speciaal gewijd aan de bewustwording van HIV en aids.
Materiaal voor leerkrachten
  1. Het allerbelangrijkste is HIV bespreekbaar maken en de leerlingen. Niet alleen om zich bewust te maken voor gevaren, maar ook om discriminatie tegen te gaan. Als leerlingen meer weten over hiv, gaan ze minder vooroordelen hebben en gaat de angst afnemen bij contact met een hiv-positieve persoon. Ga het thema dus zeker niet uit de weg binnen lessen PAV. Informatie vind je hierboven alvast genoeg.
  2. Ook getuigenissen doen het vaak goed bij leerlingen. Je kan hiervoor gebruik maken van citaten en filmpjes uit de blog of je kan iemand met HIV laten komen naar de les! Via Sensoa ( www.sensoa.be ) kan je daarmee in contact komen.
  3. Je kan het ook verwerken in een ander thema, bijvoorbeeld kunst. Keith haring heeft een heel deel van zijn kunstwerken gewijd aan HIV. Zelf stierf hij aan deze ziekte. Voorbeeld voor in de les:


 
 

Bronnen



Geen opmerkingen:

Een reactie posten